DLBCL
Het Diffuus grootcellig B-cellymfoom is één van de meest voorkomende agressieve non-hodgkinlymfomen en maakt ongeveer 30% van de non-hodgkinlymfomen uit. Jaarlijks krijgen ongeveer 800 Belgen deze diagnose. Het komt meer voor bij mannen en bij personen ouden dan 65 jaar. Het diffuus grootcellig B-cellymfoom of DLBCL dankt zijn naam aan het type van cellen dat getroffen wordt. Het ontstaat immers uit abnormale B-lymfocyten die er onder de microscoop erg groot uitzien en die diffuus over de lymfeklieren verspreid zijn.. Het treedt meestal op in de lymfeklieren, maar kankercellen kunnen ook in andere organen verschijnen, zoals in de huid, de botten, de hersenen, het ruggenmerg, het beenmerg en het spijsverteringsstelsel. We spreken dan van aantasting buiten de lymfeklieren.. Het is een snel groeiend lymfoom dat echter goed reageert op behandeling met chemo- en immunotherapie. Drie op vier patiënten vertonen na de eerste behandeling geen sporen van de ziekte meer. De volledige brochure kan je downloaden of bestellen via het contactformulier.
Subtypes
Er zijn verschillende subtypes van DLBCL waaronder:
- primair mediastinaal B-cellymfoom
- centraal zenuwstelselymfoom of hersenlymfoom: meer informatie vind je terug op de website van Hematon.
Webinar
Op 27 november 2021 gaf dr. Snauwaert meer uitleg over DLBCL. De presentatie kunt u hier ook downloaden.
Op 19 maart 2022 lichtte prof. Dierickx van UZ Leuven het primair centraal zenuwstelsellymfoom toe in onze webinar.
Symptomen
Gezwollen lymfeklieren (adenopathie) zijn een vaak voorkomend symptoom van een diffuus grootcellig B-cellymfoom, maar zijn niet altijd aanwezig. Die zwelling wordt veroorzaakt door de vermenigvuldiging van de door kanker aangetaste B-lymfocyten in de getroffen lymfeklieren. Ze kunnen te voelen zijn in de oksels, lies en hals, maar kunnen ontstaan in alle delen van het lichaam, zoals de borstkas of de buik. Gezwollen lymfeklieren zijn meestal pijnloos, maar kunnen afhankelijk van de ligging gepaard gaan met bepaalde tekenen, zoals ongemak of opzetting in de buik.
Eerstelijnsbehandeling
- standaard: RCHOP.
- Bij oudere patiënten: een mini-versie nl. R-miniCHOP.
- 6 cycli om de drie weken.
- zelden radiotherapie.
- geen onderhoud Rituximab want dit zorgt niet voor een betere uitkomst.
Herval
- R-DHAP (Cisplatinum/cytarabine/dexamethasone)+ autologe stamceltransplantatie.
- R-GemOx (Gemcitabine/Oxaliplatin) of R-GDP (Gemcitabine/Dexamethasone/Cisplatinum).
Sinds kort kunnen deze patiënten ook beroep doen op CAR-T-therapie zoals Kymriah en binnenkort Yescarta.
NOOT: R staat voor rituximab. Rituximab en Mabthera is hetzelfde.
Prognose
Aan de hand van de prognose (of International Prognostic Index, IPI) kan worden uitgemaakt welke mensen het meeste risico lopen op een ongunstige evolutie van hun lymfoom. Ze wordt weergegeven door een score van 0 (laag risico) tot 5 (hoog risico), afhankelijk van de verschillende risicofactoren
- een leeftijd hoger dan 60 jaar.
- een hoge concentratie van lactaatdehydrogenase (LDH), een eiwit dat in het bloed zit,
- de algemene toestand van de patiënt,
- een lymfoom van stadium 3 of 4.
- meer dan 1 aantasting buiten de lymfeklieren.