Subtypes non-hodgkin
Non-hodgkinlymfomen komen veel vaker voor dan hodgkinlymfomen. Non-hodgkinlymfomen zijn de overkoepelende term van meer dan 60 verschillende lymfomen. De meest voorkomende non-hodgkinlymfomen zijn:
- Diffuus grootcellig B-cellymfoom;
- Chronische lymfatische leukemie (CLL)/Klein lymfocytair lymfoom (SLL);
- Folliculair lymfoom;
- Rijpe T-cel en NK-cellymfomen;
- Ziekte van Waldenstrôm;
- Mantelcellymfoom;
- Marginaal zonelymfoom.
Het is belangrijk dat je weet welk subtype lymfoom je hebt want elk subtype heeft een andere behandeling en prognose.
Ongeveer twee derde van de patiënten met non-hodgkinlymfoom heeft een niet-agressieve indolente of laaggradige vorm. De lymfomen ontstaan meestal traag, geven weinig klachten en moeten niet altijd meteen behandeld worden. Ze zijn vaak ook niet te genezen, maar je kunt er wel lang mee leven. De kanker wordt dan voor veel patiënten eerder een chronische ziekte.
Agressieve lymfomen gedragen zich een stuk kwaadaardiger. Ze ontwikkelen zich snel, veroorzaken vaak meer algemene klachten (moeheid, koorts, vermagering) en vereisen snel therapie. Maar ze zijn wel vaker te genezen dan de indolente lymfomen, waardoor veel patiënten overleven.
Indolent lymfoom
- traag verloop;
- weinig symptomen vaak;
- doel van de behandeling is ziektecontrole.
Agressief lymfoom
- sneller verloop;
- onbehandeld kan dit dodelijk zijn;
- vaker symptomen (vermoeidheid, vermagering, nachtzweten, ...):
- doel van de behandeling is genezing.
Alleen onderzoek van het weefsel kan uitsluitsel brengen over het type lymfoom, het indolente of agressieve karakter ervan en de noodzakelijke behandeling.
Meer info vind je in onze brochure 'Leven met lymfeklierkanker' die je gratis kan bestellen via ons contactformulier, in onze subrubrieken en op de websites van Alles over kanker en Stichting tegen Kanker.