Types
Er zijn meer dan 60 verschillende subtypes van non-hodgkinlymfomen. Deze subtypes worden gedefinieerd naargelang hun uitzicht onder de microscoop (morfologie), hun in- en uitwendige kenmerken (immuunofenotype), hun erfelijke kenmerken (genetica) samen met de ziektekenmerken die de patiënt vertoont. Sommige subtypes hebben nood aan een specifieke behandeling. Een juiste diagnose is dus heel belangrijk. Vraag dus zeker aan je behandelende arts welk subtype je hebt!
De meest voorkomende non-hodgkinlymfomen zijn:
- Diffuus grootcellig B-cellymfoom oftewel DLBCL (19%);
- Chronische lymfatische leukemie oftewel CLL/ Klein lymfocytair lymfoom oftewel SLL (17%);
- Folliculair lymfoom oftewel FL (10%);
- Rijpe T-cel en NK-cellymfomen oftewel T&NK (6%);
- Ziekte van Waldenström oftewel WM (4%);
- Mantelcellymfoom oftewel MCL (3%);
- Extranodaal marginaal zone B-cellymfoom/Mucosa associated lymhoid tissue lymfoom oftewel MALT-lymfoom (3%);
- Burkitt-lymfoom oftewel BL (1,5%).
Er zijn ook veel zeldzame lymfomen waaronder het cutaan lymfoom (huidlymfoom).